Groep 5

Het is bijna april! Van de lente is nog weinig te merken al hebben we al wel een paar keer in het zonnetje buiten gespeeld. Volgende week hebben wij een gezellig paasontbijt in de klas. Wie wordt onze eierkoning(in)??

Bij spelling hebben we volgende week een zinnendictee en een woordendictee om te toetsen hoe de geleerde categorieën nu gaan. In deze dictees komen de volgende categorieën aan bod: meerlettergrepige woorden met gesloten lettergreep (kasteel, sportief), woorden met eind-d (hond, vliegveld) en woorden met een open lettergreep in het midden (jager, scharen).

Bij taal toetsen we aankomende week thema 6. We controleren dan of de kinderen de stam van een werkwoord en de persoonsvorm kunnen vinden, het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord kennen, en begrijpen dat woorden en zinnen meerdere betekenissen kunnen hebben. Daarna starten we met thema 7. In dit thema worden onder andere de volgende onderdelen behandeld: Eigennamen, bijwoorden en onregelmatige werkwoorden.

Bij rekenen beginnen we aan een nieuw blok. Dit blok zal gaan over het cijferend optellen en aftrekken mét inwisselen en de inhoudsmaten centiliter, deciliter, liter en milliliter, gram en milligram.

Bij Atlantis beginnen we volgende week aan het laatste blok van groep 5! Gelukkig duurt een blok minstens 9 weken.. In dit blok gaan we weer verder met het leren ontleden van een tekst en leren de kinderen nog meer over waar ze op moeten letten bij een tekst.

Het IPC thema waar we momenteel aan werken is “Red de wereld”. De kinderen zijn vanaf het begin al erg betrokken bij dit onderwerp. Het gaat vooral over het belang van het regenwoud. Woensdag 17 mei willen wij deze unit samen met ouders afsluiten. Zet het vast in uw agenda vanaf 12.00 uur. In de IPC ouderbrief is beloofd de doelen nog te communiceren.

Dit zijn de volgende:

Aardrijkskunde:
1. Ik kan geografische termen gebruiken om een omgeving te beschrijven;
2. Ik kan wat ik weet van aardrijkskunde uitleggen aan anderen door het stellen en beantwoorden van vragen. 

Kunstzinnige vorming:
1. Ik kan mijn kunst gebruiken als middel tot zelfexpressie;
2. Ik kan over kunstwerken praten en redenen voor mijn mening geven.

Natuur:
1. Ik kan onderzoeksresultaten gebruiken om tot een conclusie te komen;
2. Ik kan onderzoeksresultaten vergelijken, erop reflecteren en ze presenteren.

Techniek:
Ik kan verbeteringen in mijn ontwerpen en producten voorstellen en doorvoeren.

Internationaal:
Ik kan activiteiten en culturen herkennen die gelijkwaardig zijn aan mijn eigen cultuur, maar ook verschillen.