Groep 5

woensdag 9 september 2020

Het is alweer de tweede week van het schooljaar. Net als vorige week zijn de kinderen ook deze week hard aan het werk.

Bij begrijpend lezen is het doel deze week:
De leerlingen lezen de tekst actief aan de hand van sleutelvragen en ze kunnen de betekenis van onbekende woorden afleiden. De tekst ging over de Flying-V. Ze kunnen nu de belangrijkste informatie over het vliegtuig vertellen.

Bij spelling hebben deze week geoefend met woorden met -ng en -nk, zoals tong en bank. Ook woorden zoals jager, bakker en keuken hebben we herhaald.

Bij rekenen hebben de leerlingen aan de volgende doelen gewerkt:

  • doortellen en terugtellen t/m 1000;
  • doortellen en terugtellen t/m 1000 met sprongen van 1, 10 en 100;
  • optellen en aftrekken t/m 20 met tienvouden;
  • optellen en aftrekken t/m 120;
  • tafels van 3 en 6;
  • een concrete situatie verbinden aan een vermenigvuldiging of een deling en deze oplossen;
  • bij een eenvoudig patroon het spiegelbeeld tekenen;
  • een concrete situatie verbinden aan een optel- of aftrekopgave waarbij verschillende operaties uitgevoerd moeten worden.

Bij taal hebben we de eerste twaalf themawoorden geleerd. Voorbeelden hiervan zijn: de bekeuring, de toegang, in de prak en wegens. Daarna hebben ze geleerd hoe zij woorden op alfabetische volgorde kunnen zetten op grond van minimaal de eerste en tweede letter van het woord. Ze hebben ook geleerd hoe zij op een juiste manier de weg kunnen uitleggen aan iemand en ze hebben dit met elkaar geoefend. De leerlingen kunnen nu drie woordsoorten in zinnen van elkaar onderscheiden: het werkwoord, zelfstandig naamwoord en het bijvoeglijk naamwoord.

Met IPC zijn we gestart met het thema “Jonge ondernemers”. Hier gaan we komende weken verder aan werken.

Delen via